Het nieuwe plan om vrijwillige brandweerlieden minder taken te geven om zo aan Europese regels te voldoen leidt tot veel weerstand. Landelijk dreigt 15 procent van de brandweervrijwilligers zelfs te stoppen. Ook Noord-Hollandse vrijwilligers balen van het plan. ‘Wil geen tweederangs brandweer worden.’
“Dit wordt de doodsteek voor de brandweer”, denkt Afran Groenewoud, vier jaar vrijwilliger bij het korps in Wieringerwaard. “Ik ben trots op de brandweerstrepen die ik heb verdiend. Ik heb er twee jaar een opleiding voor gedaan, de pieper staat 24 uur aan. Ik voel me een echte brandweerman. En dan moet ik straks alleen maar de slang uitrollen totdat de ‘echte’ brandweer er is. Hoe leuk is dat nog?”
In Noord-Holland bestaat 89 procent van het brandweerkorps uit vrijwilligers. Zijn doen veelal hetzelfde werk en zijn precies hetzelfde opgeleid als hun beroepscollega’s en volgens Europese regels zouden ze daarvoor betaald moeten worden.
Demissionair minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid heeft daarop een plan opgesteld, waarin onder meer staat dat de vrijwilligers minder taken mogen uitvoeren dan hun beroepscollega’s. Voorlichting geven is er dan niet meer bij. Ook mogen ze geen gecompliceerde branden meer blussen en is maximaal één specialisme toegestaan, zoals beknelde mensen uit een auto knippen of met een boot uit het water redden.
Tweederangs brandweer
De hervormingen zijn het gesprek van de dag bij het vijftienkoppige korps van Afran.”Ik heb een collega die zegt: ‘Als ik brandweerassistent wordt, dan ga ik liever naar de KNRM (Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij)’.” Zelf weet Afran nog niet of hij bij de vrijwillige brandweer zou vertrekken. “Ik moet nog even zien hoe het werk er in de praktijk uit gaat zien. Het is je hobby en je passie hé.”
Een vrijwilliger van de brandweer die al 22 jaar bij de vrijwillige brandweer zit, maar liever anoniem wilt blijven, denkt dat het niet mogelijk is de vrijwillige brandweer minder taken te geven. “Het slaat kant noch wal. Hoe ga je dat bewerkstelligen als zoveel mensen van je korps vrijwilliger zijn? Er rijdt iemand tegen een boom aan, er staat iets in brand, ga je dan zeggen dat mensen niet mogen helpen?”
“Je kan niet een soort tweederangs brandweer maken. Je zit niet bij de brandweer om mooi te wezen, je zit er voor de spanning, het avontuur en het kameraadschap.”
Vrijblijvend
Gerard Swart is al ruim dertig jaar vrijwilliger bij de brandweer, onder meer bij de blusboot op Akersloot. Hij noemt de hervormingen ‘belachelijk’. “Geen enkele vrijwilliger zit hierop te wachten. Er worden je taken ontnomen, je voelt je geen volwaardig brandweerman meer.”
In al zijn tijd bij de brandweer heeft Gerard nooit het idee gehad dat hij verplicht was om iets te doen. “Het vrijblijvende van de vrijwillige brandweer is juist zo mooi, je kan het doen naast je gewone werk. Maar ik ken jongens die elke dag op de kazerne zitten, dat kan ook gewoon.”
Aan stoppen denkt Gerard niet, wel denkt hij dat het lastiger wordt om nieuwe, jonge vrijwilligers te rekruteren. “Je gaat niet zoveel energie en jaren aan opleiding erin stoppen om een halve brandweerman te worden. Dan gaat de magie er een beetje af.”
Bron: NH Nieuws – Lauren Heeremans