Na de promotie van deze week twijfelt niemand er nog aan: Volendam is een voetbaldorp in hart en nieren. Het was nota bene een Volendammer zelf – Alex Plat – die de ploeg naar de eredivisie schoot. En dat is geen toeval. Met maar liefst 18 (semi)professionele voetballers op nog geen 37.000 inwoners is de gemeente Edam-Volendam een van de grootste voetballeveranciers van het land. Wat zit daar in het water?
Zet een voetbalwedstrijd aan en de kans is groot dat je een Volendammer spot. Of het nu Henk Veerman is bij zijn vers gepromoveerde FC Volendam, of Boy Kemper bij NAC Breda – de dorpelingen zijn overal te vinden. In sommige gevallen treffen ze elkaar zelfs op het veld, zoals recentelijk, toen Joey Veerman (PSV) het opnam tegen Dave Kwakman (FC Groningen).
Eén voetballer op elke 2050 inwoners
In totaal gaat het om 18 (semi)professionele voetballers in de hele gemeente Edam-Volendam. Dat blijkt uit data van SciSports, een bedrijf dat de geboorteplaatsen bijhoudt van zo’n 2500 Nederlandse voetballers*.
De gemeente brengt daarmee, relatief gezien, meer voetballers voort dan de drie grootste gemeenten van Nederland. Ter illustratie: Amsterdam telt één voetballer per 2317 inwoners, Rotterdam één per 2521 en Den Haag ‘slechts’ één per 4570. Edam-Volendam doet het met één speler per 2.051 inwoners aanzienlijk beter.
Een opmerkelijke prestatie dus. Maar wat verklaart het succes precies? NH ging in gesprek met diverse Volendammers uit de voetbalwereld en bundelde de belangrijkste inzichten.
Opgroeien tussen de voetballers
Daan Steur denkt wel te weten waarom zijn dorp zoveel voetbaltalent voortbrengt. Zelf is hij daar een goed voorbeeld van. De 22-jarige Volendammer begon op vierjarige leeftijd bij de amateurclub RKAV, stootte vervolgens door naar de jeugdopleiding van FC Volendam en speelt inmiddels in het eerste elftal van diezelfde club – een typische Volendamse route.
Dat hij zelf is gaan voetballen, schrijft hij vooral toe aan zijn omgeving. “Kijk, Volendam is natuurlijk niet zo groot”, begint hij. “Veel voetballers wonen praktisch op dezelfde buurt. Als ik zo even om me heen kijk… Naast mij woont Dave Kwakman. Twee huizen verder woont Boy Kemper. Hierachter wonen dan nog Dion Vlak en Joey Veerman.”
De mogelijk aanstaande eredivisie-speler kan een lach niet onderdrukken terwijl hij alle namen opnoemt. Hij vervolgt: “Met zo veel voetballers om je heen, is het bijna de norm dat je zelf ook gaat voetballen. Achter onze huizen lag een grasveldje waar we altijd met z’n allen speelden. Daar heb ik gewoon superveel geleerd.”
‘Voetbal is tastbaar in Volendam’
Ook collega Jack Tuijp heeft zo zijn eigen kijk op het voetbalsucces van het vissersdorp. Net als Steur is Tuijp een typische Volendamse (inmiddels ex-)voetballer: geboren in het dorp, groot geworden in de jeugdopleiding en uiteindelijk doorgebroken in het eerste elftal. De clublegende scoorde daar meer dan honderd goals.
Volgens Tuijp speelt vooral de tastbaarheid van het voetbal in Volendam een rol. “De meeste jongetjes dromen er hier van om voetballer te worden. Als ze beginnen bij de amateurclub, die naast de profclub ligt, zien ze de masten van het grote stadion lonken. De trainer zegt daar ook: goed je best doen, want we willen uiteindelijk allemaal dáár voetballen. Dat maakt het haalbaar.”
In grote steden als Amsterdam en Rotterdam is dat minder vanzelfsprekend, denkt Tuijp. “Natuurlijk wordt er daar ook gevoetbald. Maar op dat soort plekken wordt een voetbalcarrière pas tastbaar als je echt wordt geselecteerd in de jeugdopleiding. Anders blijft het allemaal redelijk ver weg”, besluit hij.
Een jeugdopleiding om de hoek
Tot slot wordt ook de jeugdopleiding van FC Volendam vaak genoemd als een van de pijlers van het succes. Steur en Tuijp benadrukken hoe ‘bijzonder’ het was om zo’n opleiding vlak bij huis te volgen. Hoofdopleider Cees Keizer beaamt dat: hij ziet dagelijks hoe een professionele opleiding in eigen dorp rendeert.
“Ik denk dat niet veel dorpen überhaupt een jeugdopleiding hebben”, stelt hij. “Bij ons kunnen jongens in hun eigen vertrouwde omgeving doorgroeien en hun talent ontwikkelen. Dat vinden we als club ook superbelangrijk, we willen lokaal talent echt de ruimte geven.”
Toch geeft Keizer toe dat de jeugdopleiding niet allesbepalend is. Die verandert immers voortdurend – met wisselende trainers, ander beleid en nieuwe inzichten – terwijl het Volendamse voetbaltalent blijft opbloeien.
Er moet dus iets anders meespelen, denkt de hoofdopleider. Als hij er even over nadenkt, komt hij uit bij één constante factor: de cultuur.
“Het klinkt misschien cliché, maar Volendam is ook gewoon een erg uitzonderlijke gemeenschap. Volendammers zijn harde werkers. Ze leggen de lat altijd nét even hoger dan een ander, gaan altijd voor het hoogst haalbare. Dat levert veel op, of het nu in de muziek is of in het voetbal”, aldus Keizer.
Of het Volendamse talent zich weer uitbetaalt, wordt aanstaande zondag duidelijk. FC Volendam strijdt dan om de titel in de eerste divisie, met vijf eigen jongens in de selectie: Veerman, Plat, Mühren, Steur en Blondeau.
*De cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de geboorteplaats van (semi)profvoetballers. Dat zorgt volgens SciSports voor een lichte vertekening richting gemeenten met grote steden, omdat daar meer ziekenhuizen met geboortezorg zijn. Zo zijn sommige spelers uit Edam-Volendam officieel in Purmerend geboren.