Een slepende oogblessure heeft handbaldoelman Rob Goudriaan doen besluiten zijn carrière voortijdig te beëindigen. De 24-jarige doelman van HV KRAS/Volendam was in januari nog actief op het WK namens Oranje, maar op datzelfde eindtoernooi sloeg het noodlot toe. Een bal in zijn gezicht zorgde voor een beschadigd netvlies en inmiddels is duidelijk dat er geen zicht is op volledig herstel. “Ik wil geen vlekken meer zien en ben klaar met dit gezeik”, aldus Goudriaan.
Sinds het WK handbal in Kroatië ziet Goudriaan ‘vlekken’ in zijn zicht. Bovendien kreeg de geboren Zuid-Hollander tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen met Volendam weer een bal in het gelaat, waardoor de vlekken heviger terugkwamen.
“Die verdikkingen op mijn glasvocht, die zie ik altijd. Na verloop van tijd zouden je hersenen de vlekken kunnen gaan wegfilteren, maar in principe gaat het niet weg. Er is niets wat het kan verhelpen”, vertelt een teleurgestelde Goudriaan.
De meervoudig international kreeg tijdens gesprekken met verschillende doktoren te horen dat zijn oog was uitbehandeld en dat er niets meer aan te doen was. “Er werd mij verteld door de bedrijfsarts, dat die vlekken niet te behandelen zijn en dat ik er maar mee moest leren omgaan. Maar ik zei tegen hem: ‘Ik ben gewoon bang. Ik kan niet meer normaal mijn ding doen.’ Ik wil er of honderd procent voor gaan of helemaal niet.”
De enige optie
“Vervolgens werd mij een psycholoog geadviseerd om over mijn angst heen te komen. Maar daarmee gaan die vlekken die ik zie natuurlijk niet weg. Toen heb ik zelf de knoop doorgehakt. Ik heb er geen zin meer in. Ik wil niet het risico lopen op een verdere verslechtering van mijn zicht. De enige optie die er was, zodat de vlekken niet erger werden, was door niet meer in dat doel te gaan staan.”
“Mijn teamgenoten bij Volendam begrepen me volledig. Ik zit hier al bijna een jaar mee te sukkelen. Ik had er ook geen plezier meer in, om überhaupt nog in dat doel te staan”, aldus Goudriaan over zijn mentaal zware laatste twee jaar. “Ik heb daarvoor ook nog anderhalf jaar aan de kant gestaan met een kruisbandblessure en nu weer dit. Dan vraag je je ook af: ‘Waar doe ik het nog voor?'”
