Neem nooit een roofvogel in huis. Dat is de belangrijkste les van valkenier Bert Schoo uit de Beemster. “Het zijn absoluut geen huisdieren en er komt heel wat bij kijken om ze goed te verzorgen”, zegt Bert in de boerenschuur waar hij zijn roofdierencentrum heeft. Elke zondagmiddag is het open voor publiek en laat hij zien hoe uilen, buizerds en valken leven. Daarnaast leidt Bert al jaren valkeniers op.

Bert heeft achttien roofvogels die hij zelf heeft grootgebracht. “Ik ben de papa. Ze weten niet beter, want ik verzorg ze en geef ze eten.” Tamme roofvogels dus, die daardoor zeer geschikt zijn als lesmateriaal. “Kinderen die hier komen vinden het fantastisch om zo dicht bij bijvoorbeeld een kerkuil te komen. Er zijn hier geen kooien”, vertelt Bert met een kerkuil op zijn onderarm.

Berts liefde voor de roofvogel begon 58 jaar geleden. Als jongen van twaalfde raapte hij een torenvalkje op die uit een nest was gevallen. Hij nam het dier naar huis en bracht het groot. De jaren erna groeide zijn interesse in allerlei roofvogels en ging hij in de leer bij valkeniers. Op zijn negentiende was hij zelf valkenier en kon hij in militaire dienst zelfs zijn hobby uitoefenen. “Bij militaire vliegvelden, zoals in Leeuwarden en Twente, mocht ik aan de slag om met de valk de vogels te verjagen.”

Bijna gratis

Het roofvogelcentrum aan huis begon Bert een jaar of zeven geleden toen hij als boer met pensioen ging. “Eerst samen met mijn vrouw, maar zij is overleden. Ik vind het heerlijk om te vertellen over de vogels. Want mensen weten er heel weinig van, maar vinden het hier wel prachtig om ze hier te zien en over te horen. Vaak komen ze ook terug.” Bert vraagt hiervoor een kleine vergoeding. “Ik verdien er niets aan, het is een bijdrage in de kosten die ik maak. Ik ben vooral blij dat het publiek zo van de vogels kan genieten.”

Het Roofvogelcentrum in de Beemster is elke zondagmiddag open van 13.00 tot 16.00 uur op de Volgerweg 14.

Bron: NH Nieuws – Michel Gijselhart

Bert Schoo / ©NH Nieuws