Er is meer geld nodig voor de bouw van tijdelijke woningen in Purmerend. Het college dacht uit te komen met 14,1 miljoen euro maar daar moet nog eens 1,2 miljoen euro bij. Die extra investering wordt echter terugverdiend met de verhuur, en bovendien hoeft de gemeente Purmerend geen verhuurdersheffing te betalen omdat het tijdelijke huisvesting betreft. Dat meldt het Noordhollands Dagblad.

Het is overigens niet de eerste keer dat de kosten voor tijdelijke huisvesting in Purmerend duurder uitvalt dan gepland. In 2018 was er 9,6 miljoen uitgetrokken voor de bouw van 118 tijdelijke woningen Kanaaldijk, Etserstraat, Karekietpark en Verzetslaan, maar toen dat er uiteindelijk 200 bleken te worden moest er 4,5 miljoen bijgelegd worden.

Wethouder Kroese laat weten dat de kosten hoger uitvallen omdat inmiddels duidelijk is geworden, dat het in ieders belang is als de gemeente bepaalde investeringen extra voor haar rekening neemt. Zo worden er, om de levensduur van de woonunits te vergroten, al koelkasten en kookplaten in geplaatst. Dit voorkomt beschadigingen bij het verhuizen en met goedwerkende apparatuur is ook de veiligheid meer gegarandeerd. Tevens heeft de gemeente besloten om zelf gordijnen/vitrage en verlichting op te hangen. Dit om te voorkomen dat bewoners zelf met een boor aan de slag gaan.

De verhuur van de tijdelijke woningen is nu nog een kostenpost voor de gemeente, maar over vijf jaar levert het geld op en kan de investering langzaam worden terugverdiend.