Gerard Wessels is 82 jaar oud en al 62 jaar letterschilder. Hij is een van de laatste der Mohikanen. Hij werkt nog elke dag, maar sinds corona altijd vanuit thuis. Hij snakt dan ook naar het werken in zijn kraam op een braderie. “Ik heb het vreselijk gemist”, zegt hij in zijn rijtjeshuis in Purmerend. Hij weet precies hoeveel dat er zijn geweest: “De laatste twee jaar 89 plus 7 dat komt op 96 stuks.” Hopelijk kan hij op 3 juli op de braderie in zijn woonplaats terecht.
Gerard hoort tegenwoordig alleen het tikken van de Koekoeksklok en het geeuwen van zijn hondje Nada. Voor de rest is het stil, veel te stil. Hij mist de reuring van een markt met honderden, soms wel duizenden bezoekers die langs zijn kraam trekken als hij aan het werk is.
“Ik vind het heerlijk dat mensen mij letterlijk op de vingers kijken als ik op zo’n braderie met een naambordje bezig ben”, vertelt hij. “En als klanten dan na een uurtje komen, krijgen ze het nog nat van de verf mee. Dan nemen ze het voorzichtig mee alsof het een sjieke taart is.”
Beste van Europa
De braderieën met allerlei buitenlandse deelnemers hebben Gerards voorkeur. “Zoals in Exloo bijvoorbeeld. Daar maak je naam en daar gaan ze echt vergelijken.” En zonder valse bescheidenheid zegt Gerard dat hij tot de besten hoort. “Zeker van Europa”, voegt hij eraan toe. Ooit leerde hij het vak toen hij uit een jeugdinrichting kwam. Een monnik daar zag zijn talent en zette hem op het juiste spoor.
Bijhalve als letterschilder had Gerard jarenlang een bedrijf in het maken van reclame voor etalages. En hij beschilderde enorme canvasdoeken voor filmreclame. “Die bracht ik dan met mijn transporter naar de bioscopen in de Amsterdamse binnenstad.”
Handwerk
Zijn kracht als letterschilder is volgens Gerard zijn creativiteit, nauwkeurigheid en snelheid. “Je moet het pats in één keer doen.” Overal in Nederland maar ook daarbuiten in Duitsland en België hangt aan menig deurpost een onverslijtbaar, houten naambordje van de hand van Gerard Wessels. “Bij sommige klanten waar ik een bordje bracht, dachten ze dat het geplakt was. Ik riep: ‘Geplakt? Het is allemaal handwerk!'”
Gerard vindt het nog steeds heerlijk om elke dag zijn werk te doen maar er is één ding waar hij niet tegen kan: als mensen een verkeerde spelling van hun naam hebben doorgegeven. “Dan heb ik de neiging om ze een doodschop te geven, want dan heb ik dus voor noppes gewerkt.”
Bron: NH Nieuws – Michel Gijselhart

Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.