Volendam – Wie de toto moet invullen voor de wedstrijd van FC Volendam aanstaande zondag in Leeuwarden, kan geen steun vinden in het historisch overzicht van de wedstrijden van beide clubs. Er zijn 68 wedstrijden gespeeld, waarvan er achttien in een gelijkspel eindigden en beide clubs er 25 van elkaar wisten te winnen. In de eerste vier wedstrijden ging het nog tegen “Leeuwarden”. Vanaf 1964 werd de club genoemd naar de wijk Cambuur in Leeuwarden.
Wie bij de voorspelling naar de stand op de ranglijst kijkt, wordt ook weinig wijzer. Het onderling verschil tussen de twee staartclubs is minimaal. De belangen zijn daardoor wel bijzonder groot.
Een klein stukje geschiedenis
Met zes punten uit veertien wedstrijden heeft FC Volendam zich met dit seizoen geschaard bij de slechtste seizoenen ooit. In 1963-1964 startte Volendam met acht nederlagen en had het na veertien wedstrijden vijf punten met degradatie tot gevolg. In 1971-1972 had Volendam na veertien wedstrijden zes punten met ook degradatie tot gevolg. Met zestien gescoorde doelpunten als historisch dieptepunt. In 1997-1998 was de oogst na veertien wedstrijden iets beter, zeven punten. Onontkoombaar was ook nu de degradatie, met opnieuw een historisch dieptepunt, 101 tegendoelpunten in een seizoen. Deze cijfers overziend biedt de puntenwinst die tot de lange winterstop behaald werd weinig perspectief.
En nu?
Het was voorspelbaar dat deze neergang in beeld kon komen. In tegenstelling tot tal van andere clubs in de eredivisie was er op het transferfront de hele zomer in Volendam geen enkel geluid te horen totdat Carel Eiting in beeld kwam. Met de selectie van het vorig seizoen, waaruit nog tal van spelers mochten vertrekken, zou FC Volendam zich staande moeten houden. Ook met dezelfde spelopvatting. Dat heeft zich gewroken. Een positieve verwachting die vrij naïef was. Van de premies die in de Keuken Kampioen Divisie per periode te verdienen vielen, oogstte alleen Robert Mühren een premie als topschutter.
Normaal gesproken oogst altijd een trainer van een promoverende club een schildje. Die eer viel Wim Jonk niet ten deel. FC Volendam promoveerde wel, maar pakte geen enkele periode. Ook het soort voetbal was niet oogstrelend. Onder Sipke Hulshof speelde FC Volendam soms fantastisch voetbal, gaandeweg na zijn vertrek was daarvan helemaal niets meer over. Het kijkspel deed vaak pijn aan de ogen. In de laatste twee wedstrijden tegen AZ en FC Utrecht was het zelfs schrijnend te zien hoe de ploeg zichzelf naar kansloze nederlagen voetbalde.
Toch gloort iets positiefs aan de horizon. Afgaand op de resultaten die FC Volendam in de laatste vier uitwedstrijden in Leeuwarden vastlegde, heeft de ploeg alles in eigen hand. Twee gelijke spelen en twee overwinningen moeten de opmaat zijn naar de weg omhoog. In de komende twee weken weet FC Volendam of er een flinke glimlach getoond kan worden.
Eerst Sportclub Cambuur uit, dan de beker bij SC Heerenveen, zaterdag 14 januari RKC Waalwijk thuis en op 21 januari Excelsior uit. Negen punten uit die drie competitiewedstrijden en een ronde verder in de beker zorgen voor optimisme zoals dat door de staf en het bestuur verkondigd werd in augustus. We gaan ervoor.
(Tekst: Cor Tol – met dank aan www.volendam.nl)