Dat de coronacrisis een zware wissel trekt op de Noord-Hollandse economie, wordt pijnlijk duidelijk. Uit onderzoek van het CBS naar de regionale economische situatie blijkt dat de economie in onze provincie vorig jaar harder is gekrompen dan de economie in vrijwel alle andere provincies. Minder vliegverkeer op Schiphol en het stilvallen van de reisbemiddelingsbranche zijn hier belangrijke oorzaken van.

De provincies Noord-Holland en Groningen zijn koploper op het gebied van economische krimp, zo blijkt uit het onderzoek van het statistiekbureau. Vergeleken met andere provincies kromp de Noord-Hollandse economie vorig jaar het sterkst. Het gaat hierbij om een krimp van ongeveer 7 procent ten opzichte van een jaar eerder. Vorige week kwam het CBS met het bericht naar buiten dat de economie landelijk in 2020 met 3,8 procent is gekrompen.

Vierde kwartaal

Uit de specifieke gegevens over het vierde kwartaal van 2020 blijkt dat economie in de meeste Nederlandse regio’s met ongeveer 1 tot 3 procent is gekrompen in vergelijking met het jaar daarvoor.

Economisch gezien was Haarlemmermeer in het laatste kwartaal van 2020 het slechtste jongetje van de klas. De economie in die gemeente was in die periode maar liefst 18 procent kleiner dan in dezelfde periode in 2019. Ook in Amsterdam (-6 procent) en de agglomeratie Haarlem (-4 procent) kromp de economie aanzienlijk.

Dat de economie in Noord-Holland harder krimpt dan in veel andere gebieden heeft volgens het CBS vooral te maken met de aanwezigheid van bedrijfstakken die in 2020 flink geraakt zijn door de coronacrisis.

Economische afhankelijkheid

Zo is de krimp in Haarlemmermeer volgens het rapport het gevolg van een sterke economische afhankelijkheid van de luchtvaart en de daaraan gerelateerde dienstverlening. In Amsterdam zorgen vooral de teruglopende resultaten van de reisbemiddelingsbranche en de horeca voor een negatief economisch effect.

In Haarlem wordt de krimp, behalve door de terugloop van inkomsten uit de reisbemiddelingsbranche en horeca, ook veroorzaakt door tegenvallende economische resultaten uit de cultuur, sport en recreatie en vervoer.

Bron: NH Nieuws – Doris van Baar