Boswachter Inga Tessel / ©NH Nieuws

Zo’n 32 jaar geleden is het Purmerbos gecreëerd en sindsdien een geliefde plek voor veel mensen uit de omgeving. De bomen die toen geplant zijn, staan er over het algemeen nog steeds en daarom is het volgens boswachter Inga Tessel tijd voor nieuwe, jongere, bomen en planten.

In vaktaal heet dit fenomeen, wat vaker in bossen wordt gedaan, dunning en verjonging. Dunning gaat over de kap van de bomen, iets waar sommige natuurliefhebbers moeite mee hebben. Volgens boswachter Inga is dat niet terecht: “Ze zijn ooit geplant om geoogst te worden. We hebben ook papier en meubels nodig.” Daarnaast levert het geld op, en ook dat kunnen ze goed gebruiken.

Geld voor onderhoud

Met de extra centen kan het bos goed onderhouden worden. De meeste bomen van de kap wordt volgens Inga dus gebruikt om papier en meubilair van te maken, maar een klein gedeelte, het hout met veel knoesten, zal in de oven van de biomassacentrale verdwijnen.

Zelf zagen

Even verderop zijn een paar mannen begonnen met het omzagen van de bomen. Dit wordt gedaan met een elektrische handzaag, om zo min mogelijk gebruik te maken van grote machines.

Als Inga op een aantal omgehakte boomstammen gaat zitten, waarschuwt ze jonge kinderen haar niet na te doen: “Als je hierop wilt klimmen, kunnen er lelijke ongelukken gebeuren. Ik wil iedereen oproepen niet op deze stapels te klimmen en spelen.”

Nog even geduld

Het lawaai van de kettingzagen zal nog een maand te horen zijn. Daarna is het weer een stuk stiller in het bos. En leger, om de komende decennia weer uit te groeien tot een vol bos. Boswachter Inga heeft vertrouwen in de natuur: “Het wordt mooi.”

Bron: NH Nieuws